Werkbezoek
In maart 2020 spraken we in Jakarta en op de Molukken met mensen met een uiteenlopende achtergrond; musici (totobuang, tifa, rebana fluit, brassband en ukulele kinderorkest), vocalisten (koren, solisten), artiesten, management en leidinggevenden van musea en muziekinstituten/opleidingen.
In deze rubriek treft u (foto) impressies van de diverse interviews, gesprekken en muzikale ontmoetingen.
Foto 1) totobuang- en tifa spelers uit Hitu, maart 2020. | Foto 2) oom Bing Leiwakabessy met zelfgemaakte steelgitaren, maart 2020. | Foto 3) Faye Risakotta op Java Jazz festival 2020. | Foto’s: © Rein Spoorman en Victor Joseph
Foto 1) Rebana (lijsttrom) spelers, Hitu, Ambon, maart 2020. Foto: © Rein Spoorman en Victor Joseph | Foto 2) Musik Yangere di kabupaten Halmahera Utara, Theekistbas en ukulele. Still uit video 2017. © Balai Pelestarian / Dodie & Lusia Tiwery | Foto 3) Poster op Java Jazz festival 2020. Bassist Barry Likumahuwa met The ‘Likumahuwa Jazz Connection – salute to Benny Likumahuwa’. Foto: © Rein Spoorman en Victor Joseph
ENTENG TANAMAL
Wie over de ontwikkelingen van Molukse artiesten in Jakarta wilt praten, komt altijd op Enteng Tanamal uit. Enteng is begonnen als muzikant/acteur en in de loop der jaren heeft hij naam gemaakt als manager en producer van een reeks bekenden uit de muziekwereld.
De jaren zestig en zeventig had hij onder andere artiesten als Broery Pesulima en Bob Tutupoly onder zijn hoede. Vele anderen zou hij later in zijn uitgebreide netwerk steunen, waaronder Yopie Latul en Glenn Fredly. Tanamal heeft zich altijd hard gemaakt voor de rechten en royalties van liedjesschrijvers en artiesten. Hij is een van de oprichters van de KCI, de ‘Karya Cipta Indonesia’. Dat is de evenknie en partner van BUMA/Stemra in Nederland. Enteng is nog steeds werkzaam voor het KCI. In het KCI zijn geregistreerde Molukse lagu lagu terug te vinden.
Foto bronnen:
Enteng Tanamal in het gebouw van KCI, Jakarta, februari 2020.
Foto’s: © Rein Spoorman en Victor Joseph
Mitha Talahatu
© Pressphoto Mitha Talahatu
De zangeres Mitha Talahatu uit Rutong heeft in Oost-Indonesië het patent op ‘love songs’. Met name de gebroken liefdes ‘pata hati’ ook wel ‘galau’ genoemd. Haar grote hit ’Sayang’, geschreven door Noce Tauran wordt door menigeen op Ambon nog steeds meegezongen. Ze brak door in Halmahera en Papua. Ambon en Manado volgden later. De twee soloalbums ‘Mitharmoni 1’ (2012) en ‘Mitharmoni 2’ (2014) werden goed ontvangen. ‘Mitharmoni 3’ is inmiddels ook uit.
Foto bronnen:
Mitha Talahatu met haar manager echtgenoot Steve Tentua in City hotel in Ambon, maart 2020.
Foto’s: © Rein Spoorman en Victor Joseph
BING LEIWAKABESSY
Hawaiian-speler en componist oom Bing Leiwakabessy (1923) is zonder meer een muzieklegende op Ambon. Zijn volledige naam is Johannes. Veel erkenningen in de vorm van bokalen en medailles staan opgesteld in de prijzenkast in zijn huis in Lateri. Een paar voorbeelden: ‘Gelar Maestro Musik Tradisional Hawaiian’ uit handen van president Jokowi, ‘Certificate of Honor van de Museum Record of Indonesia’ (MUI) en een ‘Music Award’ van de organisatie van ‘Ambon Jazz Plus Festival’.
Een ontmoeting met oom Bing is een reeks van anekdotes: “De roepnaam Bing komt niet van Bing Crosby. Ik zou eigenlijk de jongste zijn. Maar later kwam mijn broertje [ . . . ]. Muzieklessen “Pak het akkoord op do-re-la-fis” en vele, vele verhalen. Zoals over het ‘Nationale Hawaiian Concours’ in 1955 in Jakarta, waar hij het moest opnemen tegen George de Fretes, of over de cassette opname van ‘Theresia’ in 1980 met nummers als ‘Hio hio’, ‘Angin Barat’ en ‘Blue Amboina Bay’. In de jaren tachtig werden deze nummers veelvuldig afgespeeld in de Molukse huiskamers in bijna alle woonwijken in Nederland. De opnames van ‘Theresia’ vonden plaats in studio ‘Megaria’ aan de Chinese straat (in de buurt van de moskee ‘Al Fatah’ in Ambon). Samen met zijn dochter Paula en zoon Harry hebben ze de zang en muziekpartijen voor hun rekening genomen. Over het lied ‘Angin Barat’ zegt oom Bing: “We kwamen een nummer te kort. Ik vroeg ter plekke aan Paula om dit te gaan zingen. Harry speelde gitaar en bas. Ik vibrafoon en steel. Zo was dat gegaan.”
Met Ambon als City of Music voelt hij zich geroepen om in interviews een oproep te doen: “Musici, jong en oud, moeten eensgezind zijn en ons gezamenlijk inzetten om Ambon op te bouwen.”
ps.
Op donderdag 21 januari 2021 overleed op 97-jarige leeftijd Johannis ‘Bing’ Leiwakabessy in zijn woning in Lateri op Ambon. Maestro Steel Guitar of Sang Maestro Hawaiian Lap Steel Guitar zijn een aantal titels die onder meer musici, journalisten en de huidige generatie jongeren op Ambon hem hebben gegeven. Oom Bing zoals hij genoemd wordt, behoorde tot de top van de Molukse steelguitaristen.
Foto bronnen:
Bing Leiwakabessy toont een van de vele prijzen
Gesprek bij Bing Leiwakabessy thuis in Ambon, maart 2020.
Foto’s: © Rein Spoorman en Victor Joseph
Tety en Rico Mataheru
Tety Mataheru
Bij onderzoeken is het een voorrecht om nabestaanden te spreken van schrijvers van Molukse liederen die zowel op de Molukken als in Nederland gespeeld worden. Zoals de ontmoeting met Rico Mataheru, de zoon van Tety Mataheru.
Tety (roepnaam) Mataheru is de schrijver van het nummer ‘Tifar Mayang’. Vele artiesten, waaronder Ais Lawalata, Foco en Remmen Los hebben ‘Tifar Mayang’ in hun repertoire opgenomen.
De volledige naam van Tety is Matheus Pieter Mataheru (1938-2005). Op diverse cassettes en op Youtube tref je nog de naam verkeerd gespeeld met dubbel t. Tety heeft altijd aan de Jalan Da Silva in Ambonstad gewoond. Hij was ambtenaar bij de belastingdienst. Rico: “Vader begint te schrijven na het werk wanneer we allemaal naar bed zijn gegaan. Dan horen we ‘s-nachts de gitaarklanken. Hij is autodidact, speelde saxofoon, gitaar, keyboard en vibrafoon.”
“Thuis hadden we een complete installatie. Mijn vader heeft de installatie en instrumenten in 1972 in Surabaya gekocht. Een Fender Stratocaster gitaar, een Ludwig drumstel en Yamaha bas, keyboard en zanginstallatie. Het waren best grote boxen. De muziek scene kwam bij ons thuis zoals oom Bing Leiwakabessy, oom Zeth Lekatompessy.”
Tety heeft meer dan 100 liederen geschreven. In het familiearchief heeft Rico 13 nummers in de originele cijfernotatie, waaronder ‘Tifar Mayang’. Andere nummers van zijn vader zijn onder meer ‘Suka sama suka’, gezongen door Yopie Latul en ‘Konde bunga ron’, gezongen door Harry Leiwakabessy op de cassette ‘Theresya’.
Foto bronnen:
Rico Mataheru vertelt over zijn vader.
Rico Mataheru op keyboard tijdens een optreden samen met zijn vrouw Jona in het Golden Palace Hotel in Ambon, maart 2020. Foto: © Rein Spoorman en Victor Joseph
De jonge jaren van Bing Leiwakabessy en Tety Mataheru (rechts). Tety Mataheru speelde regelmatig vibrafoon in de band van Bing Leiwakabessy.
Een deel van de originele cijfernotatie van ‘Tifar Mayang’.
Foto’s: © Mataheru familiearchief
Hotumese Choir
Hotumese Choir 10 jaar
Hoog nivo, gevarieerd gezelschap met karakter en discipline en een van de beste koren op Ambon. Dat zijn de kwalificaties op Ambon over ‘Hotumese Choir’. Zowel nationaal als international heeft dit koor vele prijzen in de wacht gesleept.
Volgens de cijfers van het Ambon Music Office telt Ambon 700 koren. De meeste zijn verbonden aan een kerkgemeenschap. Dit geldt niet voor ‘Hotumese Choir’ dat in 2020 haar 10-jarig jubileum vierde.
‘Hotumese Choir’ heeft een veelzijdig repertoire van kerkliederen, gospel, lagu lagu (zoals ‘Batu Badaun’, ‘Hela Rotan’) tot en met Engelstalige pop nummers.
Op 22 augustus 2010 werd het ‘Hotumese Choir’ opgericht als koor van de Pattimura Universiteit. Hotumese is het motto van de Universiteit Pattimura en betekent groeien/ontwikkelen door uitdagingen (berkembang dalam tantangan).
Vanaf het begin van 2010 tot en met november 2019 heeft het koor onder leiding gestaan van de eind 2019 overleden zanger Michael Mailuhu. Momenteel telt het koor 85 leden en 5 begeleiders. Alleen via een strenge selectie wordt een nieuwe koorlid toegelaten.
Bij de Pesparawi Mahasiswa Nasional, de jaarlijkse nationale koorwedstrijden van alle universiteiten van Indonesië, behaalden ze in 2010, 2014, 2016 en 2018 goud. Internationaal won ‘Hotumese Choir’ driemaal goud bij Asia Pacific Choir Games 2017 in Colombo, Sri Lanka. In de categorie folklore, Champion of the Asia Pacific Choir Games en Winner Grand prix of Nations Colombo. Het jaar daarna in 2018 gooide ‘Hotumese Choir’ hoge ogen met twee gouden medailles voor de Champion of Mix & Pop Category of the Canta Al Mar Choir Festival di Calella, in Barcelona, Spanje. Op dit festival kregen ze eveneens de speciale titel “Best Outstanding Performance”.
Foto bronnen:
Hotumese Choir 10 jaar
Hetty Siwabessy en Gerzon Wahongan in hotel te Ambon
Bijwonen van de repetitie van ‘Hotumese Choir’, Ambon, vrijdag 6 maart 2020
Foto’s: © Rein Spoorman en Victor Joseph
Ambon Music Office
Foto bronnen:
2 Ronny Loppies en Mark Ulfie in kantoor AMO
3 In kantoor AMO gemeentehuis
4 Powerpoint presentatie onderzoek
5 Groepsfoto van AMO-team op het podium vlnr Embong Salampessy, Maris Hetharia, Pierre Ajawaila, Ronny Loppies en Mark Ulfie
6 Kantoor van Ambon Musik Office (in Passo)
7 Interieur het kantoor van Ambon Musik Office (in Passo)
9 Gitaar in Pattimurapark
10 Zebrapad in centrum kota Ambon
© Rein Spoorman en Victor Joseph
AMO logo
8 bord langs de weg ambon city of music
© website AMO
De stad Ambon heeft de titel ‘Ambon City of Music’ als onderdeel van het Unesco Creative Cities Network. Op 31 oktober 2019 werd dat officieel vanuit het Unesco-kantoor in Parijs bekendgemaakt.
Om aan de Unesco-voorwaarden te voldoen heeft de gemeente het ‘Ambon Music Office’ (AMO) opgericht met aan het hoofd Ronny Loppies. Het AMO-gebouw in Passo is als gevolg van de aardbeving (september 2019) tijdelijk niet meer in gebruik. AMO heeft ook een kantoor in het gemeentehuis dat midden in de stad staat. Recht tegenover de Lapangan Merdeka, waar de grote openluchtconcerten plaatsvinden.
Hier legt Ronny Loppies uit wat de UNESCO Creative Cities Network inhoudt. “Dit netwerk wilt steden identificeren waar creativiteit en cultuur een strategische factor is voor duurzame stedelijke ontwikkeling.” In samenwerking met het ministerie van Creatieve Economie (BEKRAF – Badan Ekonomi Kreatif) werkte AMO aan de reeks Unesco-voorwaarden.
Gezamenlijk is er een actieplan opgesteld met vijf pijlers; muzikanten en gemeenschappen, infrastructuur, educatie, industriële ontwikkeling en sociaal-culturele waarden.
Wie met het vliegtuig aankomt, ziet van boven bij Hative Besar de tekst in felrood: ‘Ambon City of Music’. Verder staan langs de weg grote borden met ‘Ambon City of Music’, de zebrapaden in het centrum zijn voorzien van een piano-klavier. Als je oversteekt hoor je bekende melodieën. Een gitaar staat als muzieksymbool bij het bekende ‘Pattimurapark’. In de meeste hotels en cafés is er standaard live music.
Ronny Loppies: “Muziek is niet alleen voor de creativiteit het moet de mensen ook verbinden. Ambon is ‘city of music’, maar we willen ook stad van de vrede zijn. Muziek kan een bijdrage leveren aan het opbouwen van broederschap en vrede in Ambon en Maluku. Het is een verbindend medium dat in staat is om de barrières van verschillen te doorbreken.” Hij legt ook verbindingen met duurzame ontwikkelingen, waaronder het zorgvuldig gebruik van bamboe uit het bos voor muziekinstrumenten.
Een van de zaken die AMO heeft gedaan is het samenstellen van een lijst van musici, bands, ensemble, koren, opnamestudio’s en optreedplekken.
In het vijf-jaren plan staan plannen vermeld over onder meer de rol van muziek en ecotoerisme en de bouw van infrastructurele voorzieningen zoals een amfitheater in het bergdorp Tuni, een muziekcentrum in Amahusu en in Hative Besar een zaal voor internationale evenementen en concerten.
Nicky Manuputty
Nicky Manuputty
Foto bronnen:
Gesprek in Grand Indonesia – East Mall, Jakarta 1 maart 2020
Nicky met Saxx in The City op Java Jazz Festival 29 februari 2020
© Rein Spoorman en Victor Joseph
Saxx In The City
© facebook en Instagram Nicky Manuputty (zie ook links)
Vanuit het Brabantse Vught reisde de 27-jarige saxofonist in oktober 2005 in zijn uppy naar wereldstad Jakarta. Oma betaalde de vliegticket. Met steun van zijn ouders zou hij 1 jaar in Jakarta blijven. Lukt het niet dan kon zoonlief terug naar de thuisbasis in kamp Vught. Daar was hij als jochie als roadie van de band ‘The Insiders’ verantwoordelijk voor de zorg van de saxofoon van vader Dicky.
Een ontmoeting met Nicky Manuputty (1978) in Jakarta is een gesprek met mooie verhalen, anekdotes, de ups and downs, maar altijd integer met energie en passie voor muziek en Maluku. Optredens in volle stadions, de landelijke TV- programma’s/shows in Indonesië en internationale festivals in Zuidoost Azië; zijn ervaringen zijn legio.
Nicky is een man van vele noten, woorden en daden. Zijn roots in kamp Vught, de lessen op muziekschool ‘De Speeldoos’ in Vught, de Europese tour met zangeres Do (in 2002 nummer 1-hit ‘Heaven’ met Dj-Sammy). Alles heeft bijgedragen aan het bereiken van de top in Indonesië.
Een van zijn sleutelmomenten in Indonesië was de voorbereiding van de ‘Moluccan Night’ voor het ‘Java Jazz Festival’ in 2006. Hij liep de repetitie studio binnen en zag al zijn muziekhelden. Niemand die hem kende. Op de vraag of hij bij het nummer ‘Rame rame’ de solo wilde doen, zei hij volmondig ja.
Een verbluffende sax solo in de studio en iedereen was om: “Ik speelde ze omver”.
Alle sterren, van Bob Tutupoly, Glenn Fredly, Ruth Sahanaya, Yopie Latul, Harvey Malaihollo tot Andre Hehanussa, wisten niet wat ze hoorden en zagen.
Niet lang na dat Java Jazz-optreden vroeg Glenn Fredly hem tot de band toe te treden: “Het was een 22 stedentour door heel Indonesië en Zuidoost-Azië, Singapore, Maleisië en zelfs Australië. Ik heb toen mijn jaarticket verscheurd. De rest is history.”
Twee solo cd’s heeft hij inmiddels op zijn naam staan ‘My Story’ (2012) en ‘Back to my roots’ (2015). Een jaar na het uitbrengen van zijn tweede solo cd, richtte hij de band ‘Saxx In The City’ op. Een formatie rondom drie saxofonisten, waar hij sindsdien successen mee behaalt.
2005 was de tijd dat sms en msn als modern gold. Nu met internet en social media ziet hij interessante ontwikkelingen. “Vorig jaar speelde ik met ‘Saxx In The City’ op het ‘Kwaku Festival’ in Amsterdam. Oom Jopie Latul trad daar ook op en toen bleek dat de jonge Molukse generatie ook al die liedjes kenden. Trends in Maluku waaien meteen over naar Nederland. Kijk Tobelo (dans en lied), dat is ook in NL bekend. Het waaide over van Maluku naar Nederland via internet. Internet stimuleert de muziekwereld van Maluku en Nederland. Het versnelt de ontwikkelingen en brengt ons bij elkaar.”
Willy Sopacua – JP band
Willy Sopacua
Foto bronnen:
Gesprek in hotel Pacific, Ambon, maart 2020
© Rein Spoorman en Victor Joseph
willy-sopacua
still uit JP For Maluku – Move On
still uit JP band – Sampai disini
© Willy Sopacua youtube channel
In december 2016 kwam de eerste CD van de JP band ‘JP for Maluku’ uit. Met het nummer ‘Move on’ brak zanger Willy Sopacua (32) in januari 2017 door op de Molukken. Door de Engelstalige titel denkt menigeen dat het een Engelstalig lied is, maar niets is minder waar. De tekst is in bahasa Ambon, de voorkeur van leadzanger Willy Sopacua.
“In de periode 2015-2016 wilden de meeste bands op Ambon geen lagu lagu brengen. Ze keken meer op en naar lagu lagu Indonesia van Jakarta. Nationaal gericht zeiden ze. Ze vonden onze lagu lagu Ambon te min, te dorps (kampungan). Ik bleef erop hameren, waarom niet lagu lagu Ambon. Het is van ons.”
De hit gaf hem gelijk. Maar eigenlijk daarvoor al.
Eind 2016 was de landelijke competitie van bands in Padang. Terwijl ze bezig waren met de CD opnames mochten ze daar de Molukken vertegenwoordigen.
“Ja, we kwamen uit in de ‘Grand Final’ in Padang, helemaal in West-Indonesië. Het ging tussen drie bands: Padang, Gorontalo en wij uit Ambon. Zij in bahasa Indonesia en wij in bahasa Ambon. Voordat we gingen spelen zei ik op het podium misschien verstaan jullie niet wat we zo gaan brengen, maar we zijn ervan overtuigd dat muziek een universele taal is. Je voelt het aankomen, met het nummer ‘Sampai disini’ eindigden we als eerste in Padang.”
Willy Sopacua komt uit het dorp Soahuku en is geboren in Masohi, eveneens op het eiland Ceram. Als jongetje op de zondagsschool leerde hij in een koor en op latere leeftijd in een vocalgroup zingen. Als autodidact is hij daarna in Ambon aan de slag gegaan, onder meer als ‘wedding singer’ verdiende hij de kost. Totdat hij in contact kwam met de manager van het winkelcentrum ACC (bij Passo). “Ik kwam met het voorstel om daar live music te verzorgen. Het winkelcentrum is niet alleen een plek om te winkelen, maar je kan er ook een plek voor muziek van maken, dacht ik zo. Dat hebben we twee jaar op ACC gedaan.”
“De naam JP kwam na een interne discussie (baku malawan). Bij een van de ACC optredens moesten we met een naam komen. Spontaan zei iemand JP. Na het optreden hebben we ervan gemaakt Jang Parlente (Lieg niet).
Na de doorbraak in januari 2017 werd JP overal gevraagd voor optredens van Lapangan Merdeka, Pattimura Park tot aan Papua. JP is nu een begrip in de Molukse scene. Willy als solo zanger is dat ook. Zijn keuze en liefde voor de eigen bahasa tanah en bahasa Ambon blijft hij benadrukken.
“Bij de jongeren is er minder aandacht voor de lagu lagu daerah. Kijk maar naar de liederen van Arles Tita zoals ‘Toma Hasa Nusa’. Maar die gaan niet viral. Want wil je viral dan moet je nummers zoals ‘Kaka Endah’ brengen. En dat is helemaal geen lagu Ambon.”
“Voorheen had je met Mitha en Dodi Latuharhary dat je op Ambon, Menado en Papua de trend kon zetten. Maar dat is een aantal jaren terug.”
“In het CD-tijdperk waren Molukkers nog top. De realiteit is dat we in het digitale tijdperk geen trendsetter meer zijn. Ik hoop dat musici en muziekliefhebbers op Ambon aandacht blijven schenken aan onze Molukse achtergrond. Blijf bij jezelf, want dat is onze kracht.”
Bezoek aan Hitu Lama
Raja Pelu van Hitu Lama
Foto bronnen:
1] kaartje van eiland Ambon.
© uit: https://beritabeta.com
2] Raja Pelu van Hitu Lama
3] Hitu Lama vanuit zee
4] Toegangspoort haven van Hitu Lama
5] lengguaboom
6] gesprekspartners
7] tifa-spelers
8] fluit-speler
9] rebana-spelers
© Rein Spoorman en Victor Joseph, maart 2020
Het eiland Ambon bestaat uit twee schiereilanden: Leitimor en Hitu. Het Hituese deel is islamitisch, terwijl Leitimor zowel christelijk als islamitisch is. Wie van de stad Ambon over de heuvels van Telaga Kodok naar het schiereiland Hitu afreist, komt als eerste het dorp Hitu tegen. Dat verdeeld is in Hitu Lama en Hitu Messing. De geschiedenis van het noordelijk schiereiland Hitu staat beschreven in Hikayat Tanah Hitu, een manuscript uit ca. 1650 van imam Ridjali.
Wat intact is gebleven, is dat de bapa raja van Hitu Lama van het geslacht Pelu komt, onze gastheer bij het bezoek aan Hitu Lama.
Bapa Raja Salhana Pelu van Hitu Lama wijst naar de lenggua-boom voor zijn woning. “De rebana (lijsttrom) wordt gemaakt van lenggua-hout met het vel van een koe of geit. In Hitu zijn er veel lenggua-bomen.” Rebana’s en tifa’s staan op zijn erf in verschillende formaten uitgestald.
Over muziek en dans noemt hij twee voorbeelden: de Tarian Hadrat en Tarian Sawat. “Beiden zijn verbonden aan het islamitisch geloof en de adat.”
“Bij de Hadrat staan mannen met zakdoeken in een rij opgesteld. De mannen dansen op de maat van de rebana, terwijl ze in het Arabisch zingen. Dat zijn eigenlijk Arabische gedichten.”
“De Tarian Sawat zie je bij speciale gelegenheden zoals bij de ontvangst van gasten. In Hitu dragen de danseressen hierbij een witte kebaya met een rode kain en als haardracht de konde. De muzikale begeleiding bestaat uit rebana, tifa en bamboefluit. De bamboefluit wordt aangeblazen als een blokfluit. Een van de ervaren bamboefluitisten uit Hitu is Abu Pelu.
Bij de Sawat speelt de fluit een belangrijke rol. De fluit geeft de danscommando’s door. Bijvoorbeeld een hoge toon betekent dat je moet gaan hurken. De andere keer is dat een teken dat de tifa de muziek overneemt. Daarom loopt bij de Tarian Sawat de fluitist voorop.”
Nico Tulalessy
Foto bronnen:
Repetitie van het ukulele kinderorkest olv Nico Tulalessy aan het strand van Amahusu
© Rein Spoorman en Victor Joseph, maart 2020
Ukulele (ook wel ukelele) maakt de laatste jaren weer een opmars op de Molukken. Met name op Ambon. Er is zelfs een heuse community opgericht door Nico Tulalessy genaamd de ‘Amboina Ukelele Kids Community’. Nico geeft in zijn woonplaats Amahusu les aan 200 kinderen. Maar eigenlijk zijn dat er meer, omdat via Facebook meer dan 200 kinderen taggen op ‘Beta Suka Ukulele’. Zij leren via vader of opa ukulele spelen. Naast Ambon zijn er op Banda en op de Kei-eilanden ukulele groepen te vinden.
Nico speelde al op 5-jarige leeftijd op de ukulele. “Maar dat was als begeleidingsinstrument bij Hawaiian muziek en Katredji. Niet als hoofdinstrument. Maar nu is dat wel het geval.”
Een reis naar Banda en een korte studie in Australië bracht hem op een nieuw spoor met de ukulele. “Ik zag in de haven van Banda een paar Bandanezen ukulele spelen. Ik deelde gelijk een aantal ukuleles uit die ik bij me had om samen te spelen. Het was de eigen stijl en ook de harmonie die me op het idee bracht om voortaan de ukulele als hoofdinstrument te spelen.”
Niet veel later volgde een studie ‘Sustainable Turism’ in Australië. Aan het eind van de studie kreeg hij de vraag voorgelegd ”Wat wil je bij terugkeer doen op het terrein van toerisme? In Brisbane Gold Coast merkte ik al dat ze van mijn ukulele stijl hielden. Een van de docenten zei nog dat de ukulele een sterke aantrekkingskracht heeft en dat ik met ‘fun’ speelde. Terug in Ambon besloot ik met de ukulele door te gaan.”
Nico is eerst met acht kinderen begonnen. Maar een oproep op Facebook bracht alles in een stroomversnelling. Het viel hem al geruime tijd op dat kinderen soms wel 8 uur per dag op hun mobiel met gadgets bezig waren. “Hoe krijg ik kinderen daarvan weg.” De oproep op Facebook om ukulele te spelen in plaats van gadgets wierp onmiddellijk vruchten af. Ouders vonden het een goed idee.
Nico: “Ik kwam van mijn werk en zag 20 kinderen me voor mijn huis opwachten. Allemaal met dezelfde boodschap. Mijn ouders hebben me gestuurd om ukulele te spelen.” In minder dan een week kwamen er veertig aanmeldingen. Snel daarna zestig. De ruimte thuis werd te klein. De nieuwe repetitieruimte was gelukkig vlakbij, het strand bij Hotel Tirta in Amahusu. Vanwege het succes, de aandacht en het toenemende aantal delegeert hij de repetities. “Ik train 50 kinderen en die trainen anderen van dezelfde leeftijd en senioren trainen junioren.”
Nico geeft nu les op verschillende scholen. “Kinderen met een islamitische, protestantse of katholieke achtergrond, ze doen allemaal mee. Ik leer hoe ze met elkaar om moeten gaan en vertel over tolerantie. Ramadan en Kerstfeest vieren we samen. Zoals ‘Jingle Bell’ met moslimkinderen. Dat is de Molukken nu. Ukulele als onderdeel van alle religies: ‘One soul with music for three religions’. Ukulele is voor en van iedereen.”
Molucca Bamboowind Orchestra en Rence Alfons
Rence Alfons
Foto bronnen:
Rence Alfons in Tuni
1] tribunes
2] uitzicht op Ambon stad
3] lessen klassiek gitaar bij Martin Kay uit Nederland
4-6] werkplaats
7-8] repetitie fluitorkest
© Rein Spoorman en Victor Joseph, maart 2020
9-10] werkplaats (foto: lokadata.id)
11] optreden (foto: antaranews.com)
Rence Alfons (Reynard Nataniel Maynard, geboren op 18 januari 1967) is oprichter en muzikaal leider van ‘Molucca Bamboowind Orchestra’ (MBO).
Rence is als artistieke medewerker verbonden aan de provinciale culturele instelling ‘Taman Budaya’ in Ambon.
Naast diverse optredens deed hij met het MBO ook projecten met theatergroep Delta Dua en musici uit Nederland. In 2015-2016 speelden ze mee met de voorstelling ‘Kruit’ van DeltaDua. Het stuk speelde ook in de Nederlandse theaters. Met zangeres-tekstdichteres Monica Akihary en gitarist componist Niels Brouwer speelden ze in 2020 in Ambon een speciaal gecomponeert concert
Rence heeft muziek gestudeerd aan de ‘Institute of the Art in Jogyakarta’. Hij volgde onder meer lessen klassiek gitaar bij Martin Kay uit Nederland.
In maart 2020 spraken we hem in zijn huis in het bergdorp Tuni, met uitzicht over Ambon stad. Bij zijn huis is een openlucht amfitheater opgetrokken, hoe kan het ook anders, met bamboe tribunes. Rence liet ons zijn werkplaats zien waar hij fluiten maakt en vertelde over het ontstaan van het orkest.
“Het is een talent dat ik van huis uit heb meegekregen. Mijn vader was saxofonist. Hij speelde in de kerk op de bamboe fluit. Op zo’n 4 a 6-jarige leeftijd ging ik met hem mee naar de kerk. Ik zag hem thuis fluiten maken. Dat is me allemaal bijgebleven. Ook op de zondagsschool kreeg ik fluitles.
In mijn schooltijd waren er in de dorpen nog veel fluitorkesten. Voor mijn studie vertrok ik in 1986 naar Jogya. Na mijn studie in Jogya nam ik in 1997 het besluit om terug te gaan naar Ambon. Toen ik in 1998 terugkwam zag ik een afname van fluitorkesten. In 1999 brak de burgeroorlog uit. Ik kon toen niets meer doen.”
Een doorbraak met de fluit kwam in 2005. De burgemeester van Ambon vroeg hem toen om op de 430ste verjaardag van de stad Ambon om wat meer met de traditionele muziek te gaan doen. “Ik riep toen fluitisten bij elkaar uit Tuni en Hatalai. Zij waren allen actief in de kerk. Bij dat optreden van 7 september 2005 waren mensen heel verrast. Ze zeiden dat zij pas na een lange tijd weer die muziek hadden gehoord. Ik kreeg reacties van vrienden om hiermee door te gaan en dit te gaan stimuleren. Ik ging met een voorstel naar het hoofd van de Taman Budaya en hij ging ermee akkoord. Ons eerste concert was in 2007. De provincie heeft in de periode 2007 tot 2014 de reeks concerten gefinancierd. Zo waren er ook concerten in Jakarta zoals in 2011 de nationale kerstviering en in 2012 ook in Jakarta een concert op uitnodiging van het ministerie van Toerisme.”
“Ja, er zijn nu weer fluitlessen op school. De gemeente Ambon is vorig jaar ermee gestart. Het programma heet ‘Seniman Masuk sekolah’ (kunstenaars gaan de school in). Musici van MBO geven fluitlessen op 30 scholen op Ambon, voor de basisschool-leerlingen (SD – Sekolah Dasar) en leerlingen van de ‘eerste middelbare school (SMP – Sekolah Menengah Pertama).”
“Bij MBO zijn er een paar die we leren hoe je een bamboefluit maakt. Hoe ik de stemming maak? In het begin gebruikte ik de mal van mijn vader. Als controle zette ik er een tuner bij. Ik merkte een afwijking. Nu gebruik ik een tuner, zodat we ook met piano en violen kunnen samenspelen. Voor de grote bamboefluit doen we dat op gehoor. Je moet het zien als een trombone.”